Brief Riet van Meer - 14/11/2010 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Tante Tonie 103 jaar! Van harte proficiat en geluk voor het komende jaar. Ondanks de weergoden je niet goed gezind waren, heb je toch een geweldige dag beleefd in de Antwerpse dierentuin. Onvoorstelbaar wat Hildegard en Herman steeds weer voor moeite doen om je te verrassen en er elke keer een feest van meken. Sinds kort ben je verhuisd naar een ander rusthuis Immadi van de zusters Kindsheid Jesu waar begrippen als naastenliefde, verdraagzaamheid, medeleven, en samenhorigheid hoog in het vaandel zou moeten staan. Zelf was je zo'n 53 jaar zuster in de orde van Cenakel en nu hoor ik dat je alleen moet eten op je kamer en niet samen met de andere zusters-medebewoners de maaltijden mag meebelevenen, die belangrijke momenten van gezelligheid en een praatje maken moet missen. Waar blijft die gepredikte samenhorigheid en naastenliefde dan? Tijdens mijn bezoek zag ik je mooie kamer met prachtig uitzicht, maar je kan niet de hele dag met slechts één half oog sjaaltjes breien. Je soc of door het raam zitten kijken. Je sociale contacten met je medebewoners zijn immers nog belangrijker. In rust- en verzorgingstehuizen is het grootste probleem immers de eenzaamheid. Ik kwam en kom nog steeds vaak in beaardentehuizen waar bewoners dikwijls rond 6-7 uur met slaappillen in bed worden gestopt en overdag een pamper aankrijgen waar ze het de hele dag mee moeten doen. (Ook mijn 89-jarige vader die gedeeltelijk verlamd en half blind was, werd zo behandeld...). Soms is er personeelstekort, maar dat kan alles niet goedpraten! Mensen onder mekaar kunnen heel wat aan een eenzaamheidsgevoel doen! Ik lag zelf tientallen malen in het ziekenhuis gedurende 5 jaar, met ook een half jaar aan één stuk. Samen met mijn veelvulidge bezoeken aan verzorgingsinstellingen en rusthuizen zie je dan goed wat er allemaal anders zou moeten! Als je om je heen kijkt zie je zoveel mensen die afhankelijk zijn van anderen en die ook verder moeten met hun leven. Met uitzonderingen daargelaten, leeft zowat iedereen leeft blijkbaar naast mekaar heen. Het zou in de opleiding van verplegenden moeten ingebouwd zijn, om hen een maand aan hun bed te kluisteren op de ergste afdeling van een ziekenhuis, zonder enig bezoek. Dan zou het besef van wat hulpafhankelijkheid, eenzaamheid, menselijkheid en begrip werkelijk betekenen, goed kunnen doordringen. Toen ik 1954 de school verliet, kreeg ik van moeder overste een prentje mee met onderstaand gedicht. Haar leuze was: "Laten we zusters van liefde zijn en geen krengen van barmhartigheid". Zij zag waar het in 't leven om ging en haar ingesteldheid dwong spontaan respect af voor haar persoon. Haar houding bracht menselijkheid in onze wereld dichterbij. Tante het ga je goed, samen met die andere bejaarden of mensen in nood... Leef niet voor niets Als je iedere nieuwe dag aanvangt met een gulle lach als je met een blij gezicht aan je werk denkt en aan je plicht als je zonder veel gepraat and'ren helpt met woord en daad als je steeds naar beter streeft heb je niet voor niets geleefd. Als je in je levensstrijd warmte om je hebt verspreid als je iemand die daar treurt hebt getroost en opgebeurd als je hielp waar je dat kon aan wat licht en aan wat zon als je een goed voorbeeld geeft heb je niet voor niets geleefd.